Hillebrand Andreas Lieuwens ( 1841-1928)
Hillebrand Andreas Lieuwens is geboren op 31 augustus 1841 op de Lindegracht in Schoterland/Heerenveen, hij is een zoon van Leonardus Hugeus Bronsema Lieuwens (1812-1848) en Dievertje Biersma. Zijn vader is apotheker / wijnhandelaar.
Hij groeit op in Heerenveen, hij heeft twee zusjes Gesina Hendrica Anna ( geboren in 1844, overleden in 1850) en Hendrika Anna Gesina geboren in 1847.
Het gezin woonde op de oostelijke helft van de Lindegracht op nummer 33. Achter hun huis in de Vermaningsteeg (toen de Kwakelsteeg) staat de Doopsgezinde kerk, die was bijna 100 jaar geleden gebouwd door de timmerman Lieuwe Pieters zijn over- over- grootvader. Maar ook het huis waar ze in woonde was eigendom geweest van Lieuwe Pieters. De omgeving waar hij woonde was een dorp, misschien een groot dorp maar geen stad. Iedereen kende elkaar, er waren veel familie banden. Zijn grootvader Roelof Biersma woonde ook aan de Lindegracht. Zijn grootvader Lieuwens was al enige tijd geleden overleden en woonde vroeger in Idaard, niet zo ver van Heerenveen. Zijn grootvader was voor de tweede maal getrouwd geweest met een dochter van de familie van Giffen en deze familie woonde ook aan de Lindegracht.
Toen hij net 7 jaar geworden was overleed zijn vader op 6 september 1848, slechts 36 jaar oud. Dat moet voor hem een hele ingrijpende gebeurtenis zijn geweest, twee jaar later in 1850 overlijdt ook nog een zesjarig zusje van hem. Dat zal allemaal erg treurig zijn geweest. Zijn moeder zit niet bij de pakken neer, ze wil na het overlijden van haar man, de apotheek voort zetten en is actief op zoek gegaan naar een apotheker die gemachtigd was om de apotheek voort te zetten. Dat is goed gegaan. De apotheker / waarnemer wordt Henry Jean de Richemont, die later met zijn tante, de zuster van zijn moeder trouwt. Zijn tante en nieuwe oom verhuizen naar Rotterdam, waar zij een apotheek beginnen op de Leuvehaven. Dievertje komt op bezoek bij haar zuster in de apotheek in Rotterdam, waarschijlijk zijn haar twee kinderen ook meegekomen. Dievertje ontmoet daar John Frederic Metzelaar, die een eindje verder aan de Leuvehaven op nummer 1-211 woont. John was een zeer geslaagde architect in Rotterdam, hij genoot toen al zeer veel aanzien. Hij was net weduwnaar geworden. Het kan zijn dat Dievertje zich het moederloze gezin heeft aangetrokken. John en Dievertje waren beide van dezelfde leeftijd 36 jaar. In 1855 trouwen ze met elkaar. Voor Andreas Hillebrand en ook voor zijn zusje gaan de veranderingen in hun leven nu heel snel, het hele gezin verhuist naar Rotterdam en hun leven wordt nu voortgezet in een grote stad en krijgt een hele nieuwe dimensie.
John Metzelaar was niet erg gelukkig in zijn huwelijks leven geweest, zijn eerste vrouw stierf 10 maanden na hun huwelijk. Met zijn tweede vrouw was hij 10 jaar getrouwd geweest toen zij op 2 oktober 1854 overleed, waarschijnlijk aan de cholera of in het kraambed. Zij hadden 4 kinderen. Hij woonde aan de Leuvehaven in een huis wat hij zelf ontworpen had.
Toen John en Dievertje trouwden waren ze beide 36 jaar oud.
In een apart hoofdstuk zal ik uitweiden over John Metzelaar.
Ik heb een schilderij van een vissers jongetje geërfd van mijn vader. Ik heb het de eerste keer gezien omstreeks 1945-1947. Het hing in de kamer bij mijn grootmoeder Anna Dorothea Lieuwens Pabbruwe. Haar man, mijn grootvader Willem Hillebrand Lieuwens was in 1945 overleden en zij was ingetrokken bij haar dochter, de zuster van mijn vader Doortje Fijn van Draat Lieuwens op de Ooievaarlaan in Den Haag. Mijn grootmoeder had daar op de eerste verdieping een woon-slaapkamer. Het schilderij werd het jongentje genoemd. Men wist verder niet wat het voorstelde.
Oppervlakkig gezien staat op het schilderij geen handtekening en ook geen datum. Ik heb zelf gevonden dat als je het schuin houdt dan blijkt het gesigneerd te zijn door HE Vinke 1855. Het jaar 1855 is bijzonder omdat dat het jaar was waarin de weduwe Dievertje Lieuwens Biersma (mijn over overgrootmoeder) trouwt met John Metzelaar. John was leraar op de Academie van Beeldende Kunsten in Rotterdam. Dit schilderij is naar alle waarschijnlijk Hillebrand Andreas Lieuwens (mijn overgrootvader) toen hij in 1855 met zijn moeder mee naar Rotterdam verhuisde. Hij was toen 14 jaar. Dievertje heeft waarschijnlijk het schilderij kado gekregen bij haar huwelijk met John Metzelaar. Het schilderij toont een jongen gekleed als vissertje met schepnet. Het is een goede afbeelding van de situatie waar Hillebrand Andreas zich bevond, hij woonde in het dorp Heerenveen, aan de Lindegracht en zat daar waarschijnlijk regelmatig in de gracht te vissen. Hij komt terecht in de grote stad Rotterdam. Een hele grote stap in een jongensleven. Na het overlijden van mijn grootmoeder in 1953 hing het schilderij bij ons thuis in Rotterdam.
De reis van Dievertje Lieuwens Biersma, John Frederik Metzelaar en de twee kinderen Hillebrand Andreas en Hendrika Anna Gesina Lieuwens van Heerenveen naar Rotterdam zal een diepe indruk hebben gemaakt op de twee kinderen. Vanuit Heerenveen zijn ze waarschijnlijk met de paarden omnibus naar Lemmer gereden. De paardenomnibus begon in Heerenveen bij het Herenlogement vlakbij de Lindegracht. Vanuit Lemmer met een boot naar Amsterdam, dat was een reis van minimaal 1 dag. Waarschijnlijk overnachten in Amsterdam en dan met de trein naar Rotterdam Delftse poort. Deze treinverbinding was in 1847 in gebruik genomen.De kinderen hadden waarschijnlijk nog nooit zo’n grote zee reis gemaakt en ze hadden waarschijnlijk ook nog nooit een trein gezien, laat staan een treinreis gemaakt. Zij kwamen aan in Rotterdam, een hele grote stad vergeleken met het dorp Heerenveen.
Ze komen te wonen aan de Leuvehaven. Dit is een foto van de Leuvehaven in 1855.
Het nieuwe gezin Metzelaar Biersma Lieuwens in Rotterdam had 6 kinderen, Hillebrand Andreas Lieuwens (14 jaar), Hendrika Anna Gesina Lieuwens (8 jaar) en de kinderen Metzelaar zoon Willem Cornelis 7 jaar, dochter Engelina van 5 jaar, dochter Wilhelmina van drie jaar en nog een dochter Lydia van 1 jaar. Ook dit was voor de twee kinderen Lieuwens geheel nieuw, zij kregen in eens 4 jongere stiefbroertjes en zusjes. Het zal best veel spanning gegeven hebben zo’n nieuwe setting, ook in nieuwe stad en met een vader waar je aan moet wennen. Best moeilijk.
Hoe was de situatie in Rotterdam in 1855.
In Rotterdam woonden omstreeks 1855 ongeveer 90.000 inwoners, de overgrote meerderheid woonde in een uitpuilende stad binnen de stadsvesten Coolsingel en Goudsesingel. Er waren daar grote misstanden in de buurt waar nu het Achterklooster, Kipstraat en Botersloot zijn. Hier woonden opeengepakt meer dan 17.000 mensen in een soort holen van huizen. Het was hier heel ongezond. Het stonk in deze overbevolkte binnenstad. De stad had geen adequaat afvoersysteem, er was geen rioleringssysteem. De bewoners gebruikten de grachten voor lozing van fecale stoffen en veel slachthuizen storten zelfs hun afval hierin. De gassen bleven in de smalle straten / stegen hangen en drongen ook de donkere van zonlicht verstoken woningen binnen. De meeste inwoners beschikten ook niet over een eigen drinkwatervoorziening want in de binnenstad was maar 1 waterpomp en men was voor drinkwater aangewezen op het sterk vervuilde stinkende water in de grachten. De mensen werden daar ziek van. Om de hoge sterfte te verminderen wilde het stadsbestuur een grotere luchtcirculatie in de binnenstad creëren en daarom werden bomen verboden.
Cholera en pokken waren gevreesde ziekten, vooral cholera vanwege de gruwelijke en kortstondige doodsstrijd. In 1853-1854 heerste er in Rotterdam een cholera epidemie, die ongeveer 1.400 slachtoffers voornamelijk in de binnenstad eiste. Maar wie de cholera had overleefd, liep alsnog de kans om door de mazelen geveld te worden, die ziekte nam in 1855 epidemische vormen aan. Na 1855 is een plan ontwikkeld voor de verbetering van de waterhuishouding van de stad en ook tot verbetering van de hygiënische, zedelijke en maatschappelijke toestand in de oude binnenstad, maar het heeft nog lang geduurd voor dat dit gerealiseerd was.
Maar er was ook vooruitgang. In 1847 was de spoorlijn Rotterdam Amsterdam eindelijk klaar en het eindstation was vlakbij de Delftse poort. In 1855 werd Rotterdam aangesloten op de spoorlijn vanuit Utrecht, treinen van de Rhijnspoorweg maatschappij reden het provisorische station in het Oosten van de stad binnen.
De familie de Richemont- Lieuwens en ook John Metzelaar woonden aan de Leuvehaven, de plaats waar de gegoede Rotterdammers woonden, want de bewoners van deze buurt aan de kant van de Maas konden gebruik maken van het Maas water dat door vloeiputten en buizen hun huizen binnen kwam. Dit deel van Rotterdam werd dan ook de Waterstad genoemd. Hier was het niet zo ongezond als in de binnenstad. Men gebruikte het water van de Maas als drinkwater.
John Cornelis Metzelaar heeft ongetwijfeld zijn stiefzoon Hillebrand Andreus gestimuleerd om in September 1855 in Rotterdam naar de Akademie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen te gaan om bouwkunde te studeren ( hij was daar zelf leraar). Deze Akademie was in 1853 ontstaan uit een fusie van een tekenschool, tekenacademie en industrieschool en verzorgden opleidingen voor kunstenaars, tekenaars, werktuigkundigen en handwerkslieden. Het was een overwegend theoretische opleiding die in het begin alleen in de avonduren plaats vond. Dat ging heel goed met Hillebrand Andreas, want op 27-6-1856 stond in de Rotterdamse krant dat hij op de jaarlijkse prijsuitreiking van de Akademie een prijs gewonnen had voor een door hem gemaakte tekening, ook daarna haalde hij regelmatig op de Akademie prijzen voor zijn tekeningen. (zie ook krantenberichten op 31-5-1957, 27-6-1858 en 20-6-1860). Ik neem aan dat hij afgestudeerd is in de bouwkunde aan de Akademie ( vergelijkbaar met de huidige HTS / Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Hij wordt uiteindelijk een goed geslaagde aannemer in de zich zeer snel ontwikkelende grote stad Rotterdam.
Uit het huwelijk van John en Dievertje zijn nog twee dochters geboren. In september 1861 is Dievertje op 42 jarige leeftijd overleden.Ze liet een gezin achter van 8 kinderen, de oudste Hillebrand Andreas 20 jaar en de jongste drie jaar. Anderhalf jaar later trouwde John nu voor de vierde maal en dit huwelijk heeft meer dan dertig jaar geduurd. Het gezin is in 1862 verhuisd naar een stadsvilla aan de Kruiskade in Rotterdam. De Kruiskade was toen een voorname straat in Rotterdam, de monumentale ingang van de Diergaarde was aan de Kruiskade. Mooie villa’s waren gelegen aan de Kruiskade. In 1868 verhuist het gezin naar Delft en later naar Scheveningen, waar John in 1897 overleed.
Hillebrand Andreas start zijn carrière vanuit het ouderlijk huis op de Kruiskade.
Op 17 december 1862, hij woont dan nog bij zijn stiefvader op de Kruiskade, hij is 21 jaar wordt hem handlichting verleend (aan een minderjarige kan de rechtbank op verzoek handlichting verlenen opdat deze persoon zelfstandig in verband met zakelijke activiteiten kan handelen) en kan hij als minderjarige het bedrijf uit oefenen van metselaar en timmerman, en hij gaat dus het beroep uitoefenen waar hij voor gestudeerd heeft en wat zijn stiefvader John Metselaar hem voorgesteld heeft.
Iets meer dan drie maanden daarna op 22 maart 1863 staat een bericht in de krant dat H.A. Lieuwens een vennootschap is aangegaan met Huybertus Weymans Ligtenberg onder de naam Weymans Ligtenberg & Lieuwens, gevestigd aan de Delfsche Vaart. Hij is nu mede vennoot van een onderneming geworden. De heer Ligtenberg is aannemer / meester metselaar. Het is een zaken relatie van John Metzelaar. In feite wordt Hillebrand Andreas door de heer Ligtenberg geholpen om zich in de praktijk verder te ontwikkelen.
In December 1863 staat de eerste onroerend goed advertentie in de krant met de naam van H.A. Lieuwens als mede aanbieder. “Een Logeabel Huis wordt te huur aangeboden”, geschikt voor winter en zomerverblijf. De vraagprijs is 800 gulden per jaar.
Op 8 maart 1867, vier jaar na de start,stopt zijn zakelijke partner de heer Ligtenberg met werken en H.A. Lieuwens, Meester Metselaar, is dan 26 jaar, zet de firma alleen voort onder de naam H.A. Lieuwens. In het begin is hij ook makelaar in onroerende goederen. In het adresboek van Rotterdam 1866-1867 staat vermeld dat hij metselaar is en woont hij op het Haagscheveer 377. In 1884 is hij verhuisd naar Wijnhaven 22.
Later als zijn zoon er bijkomt wordt dit H.A.Lieuwens & Zoon. De firma wordt bijna 100 jaar later in 1965 gestopt door mijn vader.
Daarna volgen vele advertenties onder de naam van H.A.Lieuwens waarin huizen te huur worden aangeboden. Hij doet ook mee aan aanbestedingen voor het bouwen van huizen, winkels, kantoren en een koffiepellerij op Feijenoord. Een aantal voorbeelden:
De onderneming H.A.Lieuwens & Zoon Architecten Timmerlieden en Metselaars herdenkt op 7 november 1902 dat Piet Smit Metselaar 35 jaar in dienst is en dat hij na zoovele jaren van trouwe plichtsbetrachting en toewijding in hunne Zaak werkzaam te zijn, nog steeds met den meesten ijver zijn werk verricht.
De firma koopt ook grond aan de parklaan, lijkt op een project ontwikkelaar. In 1910 ontwerpt zijn zoon W.H.Lieuwens een woonhuis aan de Parklaan en dit pand is ook gebouwd door de aannemer H.A.Lieuwens & Zoon. Voor een gedetailleerde beschrijving en recente foto’s zie W.H.Lieuwens, een huis aan de Parklaan in Jugendstil.
Hij heeft in 1867 ook de vertegenwoordiging gekregen voor de verkoop van Terra Cotta potten. Hij is ook commissaris en mede aandeelhouder bij de onderneming “Holland een maatschappij tot exploitatie van onroerend goed” die een deel van het huidige Blijdorp ontwikkelt, ook is hij commissaris bij de Nederlandse Kistenfabriek, eigendom van Bruynzeel.
Het gezin van H.A. Lieuwens
In 1866 woont H.A. Lieuwens van beroep metselaar op het Haagseveer 6-377.
Op 20 juni 1866 trouwt hij, 24 jaar, met Jeanette Margarethe Breekpot, 23 jaar, geboren op 6 mei 1843 in Breda. Jeanette Margarethe Breekpot is een dochter van Willem Breekpot (agent der Tielsche Brandwaarborgmaatschappij in Breda) en Teuna Adriana Johanna van Tooren. Zij is een kleindochter van Mr Francois Breekpot en Jeanette Marguerie Agron ( geb. in Kampen in 1771) Men zegt dat de familie Agron een afstammeling is van de familie de Bourbon. Francois Breekpot woonde omstreeks 1800 in Zierikzee en had verschillende bestuurlijke functies, zoals schepen, Heemraad van Schouwen, Pensionaris, Secretaris Stadsbestuur, uiteindelijk was hij in de Franse tijd in 1975 afgevaardigde ter Staten Generaal. Hij was zeer Frans gezind. Na de Franse tijd werd zijn huis geplunderd. Mijn vader ook Hillebrand Andreas genoemd droeg een zegelring met daarin, zoals hij zei, het wapen van de familie Breekpot. Francois Breekpot gebruikte een lakzegel met het wapen van de familie Agron. Mijn vader had als oudste zoon deze ring geërfd van zijn vader, die op zijn beurt de ring geërfd had van zijn moeder. Bij het overlijden van mijn vader is er een discussie geweest wie deze ring mocht erven, uiteindelijk is de ring naar mijn broer gegaan en zal hij uiteindelijk naar zijn oudste zoon Menno gaan. Het is dus geen wapen van de familie Lieuwens. Volgens de Haagse tak van de familie Lieuwens is er een Lieuwens wapen en daar zijn ook zegelringen van. Voor zover ik weet bestaat het wapen uit een enkele lelie.
Uit het huwelijk van Hillebrand, ook wel Hilletje genoemd en Margarethe zijn 12 kinderen geboren:
– hun eerste kind sterft bij de geboorte,
– hun tweede kind sterft na een paar maanden,
– Leonard Hugo Lieuwens geboren 4 mei 1869.
– Willem Hillebrand Lieuwens, geboren 20-4-1870, overleden 1-8-1870
– Willem Hillebrand Lieuwens, geboren op 8-11-1871 en overleden 6-1-1945, zie apart hoofdstuk
– Dievertje Lieuwens, geboren 22-11 1873.
– Jeanette Margaretha Lieuwens, geboren op 20 maart 1875.
– Hillebrand Andreas Lieuwens, geboren 25-1-1878, overleden 23 maart 1889
– Hendrik Jan Lieuwens, geboren 22-6-1879, overleden 7-4-1880
– Egberta Maria Lieuwens, geboren 6-9- 1880.
– Andreas Hillebrand Lieuwens, geboren 7-7-1882.
– Adam Pieter Lieuwens is geboren 27-8-1884.
Toelichting op het gezin van W.H. Lieuwens.
- Leonard Hugo Lieuwens werd geboren 4 mei 1869. Hugo volgt een opleiding voor notaris en wordt kandidaat notaris. Hij is lid van de Rotterdamse commissie die in 1898 de inhuldiging van Koningin Wilhelmina in Rotterdam organiseert. De commissie wordt geleid door de burgemeester van Rotterdam en er zijn allemaal vooraanstaande rotterdammers lid van. Hij trouwt op 20-7-1899 met Elizabeth Amalia Pfitzner. Foto bruidspaar nog toevoegen en achterkant met handschrift van Hugo foto van Else toevoegen. Hij was mede eigenaar van een woning makelaardij Schuld & Lieuwens. Deze makelaardij was zeer vooruit strevend. Zij gaven regelmatig een Woningcourant voor Rotterdam uit waarin allerlei woningen te huur en te koop werden aangeboden. Ter gelegenheid van het huwelijk van Hugo is een speciale editie gemaakt van de Woningcourant. Een beschrijving en foto’s volgen nog. Zij kregen een dochter Jeanette Margarethe (Netty) Lieuwens, geboren op 14-12 1901. Nettie, foto uit 1926 wordt nog toegevoegd, is haar leven lang vrijgezel gebleven is en in de jaren 80- 90 in Rotterdam overleden is. Hugo speculeert op de beurs en in 1902 speculeert hij verkeerd en hij pleegt zelfmoord, hij is dan 33 jaar. Direct na zijn overlijden heeft de heer Schuld de naam Schuld & Lieuwens veilig gesteld in overleg met de weduwe. Uiteindelijk is deze makelaardij in Rotterdam een zeer vooruit staande onderneming geworden. Elisabeth Pfitzner overlijdt op 15-8-1946 in Kaiserslautern in Duitsland.
- Dievertje Lieuwens, in Rotterdam geboren op 22-11 1873,
op de foto is zij 38 jaar. Zij trouwt in 1893 als zij 19 jaar is met Alexander Bikkers, 23 jaar.
Op de foto is Alexander 42 jaar. Alexander Bikkers is door het jong overlijden van zijn vader in 1890 samen met zijn broer Woutherus Alexander (1865-1921) directeur van de Koninklijke Brandspuitenfabriek A. Bikkers & Zonen geworden, een onderneming in Rotterdam opgericht in 1783 en uiteindelijk gesloten in 1983. Het was in de branche een belangrijke onderneming. In de periode 1890-1915 had men 64 stoombrandspuiten, 6 automobiel-stoombrandspuiten, 618 handbrandspuiten en 9 motorbrandspuiten afgeleverd. Zij kregen een aantal kinderen: in 1894 Alexander
op de foto is hij 17 jaar. In 1895 Hillebrand Andreas
op de foto is hij 16 jaar, in 1901 Johan en in 1903 Johanna. In 1920 wordt de onderneming verkocht en stappen Alexander en Woutherus uit de directie van de onderneming. In 1921 overlijdt Woutherus na een lang ziekbed. Alexander en Dievertje besluiten omstreeks die tijd als zij resp 50 en 46 jaar zijn om veel te gaan reizen oa in Duitsland maar ook in Hartley in het huidige Zimbabwe / Zuid Afrika. Dievertje is in Den Haag in 1940 overleden, 67 jaar, Alexander was op dat moment in Hartley Zuid Afrika, 2 zonen woonden in Wassenaar / Den Haag, een zoon ook in Hartley en een dochter in Duitsland.In 1924 werd Alexander directeur van de Brandspuitenfabriek. Op de foto op het strand in Scheveningen omstreeks 1908 zien we uiterst rechts staan Hillebrand Andreus Lieuwens (67 jaar), daar naast Alexander Bikkers (58 jaar) en zijn drie zonen Alex 14 jaar, Jo 7 jaar en Hillebrand Andreas, genoemd Bram / Broer 13 jaar. De fabriek is in 1983 gesloten. Veel informatie over deze onderneming is te vinden op de website van het nationaal brandweer documentatie centrum.
- Jeanette Margaretha Lieuwens werd geboren op 20 maart 1875, zij trouwde toen zij 21 jaar was in 1896 met Johannes Cornelis Leijenaar (24 jaar). Zij kregen kinderen. John Leijenaar was een zoon van Jan Leijenaar die eigenaar was van een grote houthandel Leyenaar. (Deze houthandel is later gefuseerd met Taapken en daarna met Lamaker. Het heet nu LTP, waarbij Leijenaar Taapken een specialist is in Noord Amerikaans hout). Hij werkte bij zijn vader. Hij is omstreeks 1905 alleen verhuisd naar New Orleans in Amerika. Een paar jaar later staat in een krantenbericht in een lokale krant in New Orleans dat hij zelfmoord heeft gepleegd door eerst vergif in te nemen en toen dat niet werkte heeft hij zichzelf dood geschoten. In Nederland stond ook een overlijdens advertentie. Jeanette Margaretha is in 1925 getrouwd met Boke Bosma van beroep onderwijzer.
- Egberta Maria Lieuwens, geboren 6-9- 1880, overleden op 32 maart 1946. Zij is getrouwd met Jacobus Johannes Soer. Zij kregen 1 zoon Jacobus Johannes, die trouwde met …. en drie dochters kreeg Willemijntje, Jacoba Johanna en Elisabeth Maria. Op de foto zittend is Else Lieuwens-Pfitzner, staand zijn Egberta Maria Soer-Lieuwens en Jacobus Johannes Soer.
- Andreas Hillebrand Bronsema Lieuwens, geboren 7-7-1882. mij is niet veel bekend over hem, hij voetbalde bij een Rotterdamse club, speelde ook cricket. Mijn vader heeft mij verteld dat hij naar Indië wilde en dat daarom zijn vader voor hem de naam Bronsema erbij gekocht heeft. Daar staat beter. Zijn broers en zusters konden daardoor ook die naam erbij gaan gebruiken, maar niemand heeft dat gedaan. Hij is in 1914 op 32 jarige leeftijd naar Indië vertrokken. Op de passagierslijst van 26-9-1914 van het passagiersschip Prinses Juliana van Amsterdam naar Batavia staat hij genoemd. Hij is op 30-10-1914 in Batavia aangekomen. Hij is in Djokja in 1917 op 35 jarige leeftijd in een sanatorium overleden.
- Adam Pieter Lieuwens is geboren 27-8-1884. Hij is beroepsmilitair geworden, Foto wordt nog toegevoegd. Hij is in 1932 op 47 jarige leeftijd overleden, men zegt door zelfmoord.
Foto’s van het gezin van W.H. Lieuwens
ik heb veel foto’s van deze familie en ik zal ze nog toevoegen.
Waar woonde H.A. Lieuwens ( 1841-1928) in de periode 1855- 1904 in Rotterdam.
In 1855 is hij 14 jaar en woont hij aan de Leuvehaven 1.211 in het huis van zijn stiefvader John Frederik Metzelaar en zijn moeder. Dit huis was ook ontworpen door John Metzelaar. Na het overlijden van zijn moeder verhuist het gezin in 1862 naar de Kruiskade nr 14. In 1866 is hij 25 jaar en woont hij zelfstandig op het Haagseveer 6-377, in het adresboek staat vermeld dat hij metselaar is, in 1873 verhuist hij naar de Delftsevaart 22. 10 jaar later woont hij op Wijnhaven 44, in 1891 woont hij op het Haagse Veer 14 en de metselaarswinkel is nog steeds gevestigd op de Delftsevaart 14. In 1895 woont de bouwkundige H.A. Lieuwens op het Couwenburgs eiland 12 en de metselaars winkel is nu gevestigd op de Rechter Rottekade 99.
Deze foto is van januari 1896 dan is hij 55 jaar oud. In 1901 woont hij nog steeds op het Couwenbergs eiland maar dan staat in de gids dat hij architect is. In 1904 verhuisd hij naar Scheveningen.
Firma H.A. Lieuwens later H.A. Lieuwens & Zoon
Op 8 maart 1867 wordt door Hillebrand Andreus de firma H.A. Lieuwens opgericht. Als zijn zoon Willem Hillebrand Lieuwens (Rotterdam…- Den Haag 1945) later omstreeks 1887 in de zaak komt wordt het H.A. Lieuwens & Zoon. Die naam is gebleven. Omstreeks 1935 treedt Hillebrand Andreas Lieuwens ( 1900-1974) toe als medefirmant. Als Willem Hillebrand in 1944 overlijdt wordt de firma voortgezet door mijn vader Hillebrand Andreas, die omstreeks 1965 de onderneming zal stoppen door gebrek aan een opvolger en is hij zelf 65 jaar.
In 1901 was H.A. Lieuwens & Zoon , architecten, timmerlieden en metselaars gevestigd op de Statenweg 4. In 1903 was de onderneming gevestigd in het woonhuis van W.H. Lieuwens op Bolwerk 3. In 1906 is Lieuwens & Zoon gevestigd op Scheepsmakershaven 25. De firmant W.H. Lieuwens woont nu op de Hoflaan 49. In 1908 is H.A. Lieuwens uit de firma getreden. In 1912 verhuist het kantoor naar de Noord Blaak 13, maar de werkplaats blijft op de Scheepsmakershaven 25. In 1917 wordt dat Wijnbrugstraat 11 a-b, in 1918 is W.H. Lieuwens directeur geworden van de firma, in 1919 zijn H.A. Lieuwens & Zoon architecten, aannemers, taxateurs van onroerende goederen en zijn gevestigd op de Visschersdijk 16a. in 1920 zijn het architecten en kooplieden geworden.
Bijgevoegd is een foto van het naambordje wat van 1950 tot 1965 op de deur van het kantoor op de Eendrachtsweg in Rotterdam hing. Zijn achter kleinzoon Willem Maarten Lieuwens (Den Haag 1944, Lemmer 2010) is omstreeks 1970 in Den Haag ook makelaar in onroerende goederen.
Andere activiteiten van Hillebrand Andreas Lieuwens
Hij heeft 15 % van het aandelen kapitaal een Maatschappij tot Exploitatie van Onroerende goederen “Harmonie”, die beheert het eigendom van 6 panden aan de stationsweg / Diergaardelaan.
Den Haag (1904-1928)
Hillebrand Andreus verhuist in 1904 naar Den Haag / Scheveningen en gaat wonen op de Frankenslag 25, later woont hij op de van Bleiswijkstraat 147.
Om de sfeer van Scheveningen weer te geven een foto uit 1902 van het Gevers Deynootplein met op de voorgrond koetsiers. Links op de achtergrond horeca-paviljoens en de remise van de paardentram, rechts van het midden Utrechtsestraat 14 (hoek Badhuisweg en het huis dat zijn zoon W.H. Lieuwens in 1920 koopt en daar tot 1942 woont) en het tijdelijke gebouw van Circus Alb. Schumann.
In 1907-1908 is de Hofpleinlijn aangelegd, dat is een spoorlijn die het centrum van Rotterdam via Den Haag verbond met Scheveningen, Kurhaus. Het eindstation lag op het Gevers Deynootplein. In oktober 1908 reed hier de eerste elektrische trein van Nederland.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat een Rotterdammer op Scheveningen gaat wonen. Ook John Metzelaar zijn stiefvader is omstreeks 1885 op Scheveningen gaan wonen.
Ik heb geen foto gevonden van het pand waar hij woonde, maar ik heb wel foto’s gevonden van panden er vlak naast, zoals
Naar alle waarschijnlijkheid is de huishoudelijke hulp “De Grootte Meid” mee verhuisd en zijn schoondochter Anna Dorothea Lieuwens- Pabbruwe ( woont op Bolwerk 3 in Rotterdam) is hem behulpzaam bij het vinden van een Tweede Meisje en plaatst op 13 augustus 1904 een personeels advertentie. Er wordt duidelijk een voorkeur gegeven voor iemand uit Rotterdam. De twee huishoudelijke hulpen voor het oudere echtpaar Lieuwens- Breekpot ( 63 en 61 jaar) zijn inwonend.
Op 16 maart 1912 overlijdt Jeanette Margaretha, zij is dan 69 jaar.
Hillebrand Andreus is later verhuisd naar de van Bleiswijkstraat.
Op 17 oktober in 1921 was zijn zwarte dwergkeesje met de roepnaam Negertje weggelopen en hij loofde 50 gulden beloning uit voor de goede vinder.
In hoeverre deze advertentie succes heeft gehad, is niet bekend. Toen Hillebrand Andreas 86 jaar was is hij in 1927 getrouwd met Jannetje de Boer (56 jaar en weduwe). Waarschijnlijk verzorgde zij hem al jaren en huwde hij haar om haar na zijn overlijden enig kapitaal achter te laten. Bij zijn overlijden op 22 december 1928 bleek dat er geen testament was en dat zij alles erfde. Door Mr Bertho Fijn van Draat (echtgenoot van Doortje Lieuwens, kleindochter van Hillebrand Andreas) is toen een overeenkomst opgesteld waardoor Jannetje de Boer het vruchtgebruik van de erfenis kreeg. Jannetje de Boer is in 1937 verhuisd naar de Soesterbergse straat 176 in Baarn. Zij is daar in 15-11-1954 overleden op een leeftijd van 83 jaar. De toen nog levende kinderen en bij overlijden de kleinkinderen van Hillebrand Andreas zijn toen meer dan 100 jaar na de geboorte van Hillebrand Andreas bij elkaar gekomen en hebben de erfenis verdeeld, het bestond voornamelijk uit prachtige 19e eeuwse meubelen, onroerend goed en kapitaal.